iemand honing om de mond smeren 1.0
((vooral) in België)
iemand vleien
Algemene voorbeelden
Ik voelde me belangrijk. De meeste bezoekers smeerden me honing om de mond.
Ik verkondigde mijn waarheid in heel het land. De minister van volksgezondheid bleef nog een tijdje tegenspartelen [...]. Op vijf november 01 stond de radioaktiviteit van het drinkwater voor het eerst op de agenda van de gemeenteraadszitting van Visé. Een kommissie zou onderzoeken op welke wijze de verdachte bron het vlugst kon worden uitgeschakeld als waterwinningspunt. Ik voelde me goed. Ik voelde me belangrijk. De meeste bezoekers smeerden me honing om de mond.